Kaarsen tips: Ook last van het leeglopen van kaarsvet uit je kaars?

Lees dan onderstaande kaarsen tips eens en geniet langer van je sfeervolle avond. Eigenlijk wil ik beginnen dat het plezier van het aansteken van een kaars al staat of valt bij de kwaliteit ervan. Wij kennen allemaal wel voorbeelden van kaarsen of theelichtjes die branden met minivlammetjes of nog erger die na een keer branden niet meer aangaan en die je dus direct in de kliko kunt mikken. Goedkoop is bij kaarsen en theelichtjes veelal een duurkoop en tegenvaller.

Tip 1 Niet gaan voor té goedkope kaarsen of theelichtjes / waxinelichtjes

Heb je dan een kwalitatief goede kaars aangeschaft dan wil je natuurlijk ook dat deze mooi opbrand en je van de nodige gezelligheid voorziet.

Tip 2 Zorg dat de kaars niet op een winderige plek of in de tocht staat. Kaarsen branden hierdoor echt héél veel sneller op.

Ook heb je kans dat de kaars aan een zijde meer opbrand dan aan de andere zijde, met kans op het leeglopen van de kaars tot gevolg.

Tip 3 Draai de kaars gewoon een halve slag. Hierdoor zal de kaars gelijkmatiger en langer opbranden.

Wij zelf thuis draaien de kaarsen ook gewoon als er geen tocht of wind is. Iedereen doet weleens de kamerdeur open of de deur naar de tuin. Zelfs het gebruikt van de afzuigkap kan effect op het branden hebben. Gewoon eens omdraaien die kaars, het kost je bijna geen moeite maar zal altijd een positief effect op de kaars hebben. Het motto "baat het niet dan schaad het niet" gaat hier zeker op.

Tip 4 Zet kaarsen niet te dicht bij elkaar. Het advies is circa 10 cm afstand tussen kaarsen in.

Het ziet er inderdaad mooi uit al die kaarsen lekker dicht bij elkaar op een onderzetbord maar door de warmte zullen de kaarsen elkaars wanden gaan beïnvloeden waardoor kaarsen uiteindelijk gaan leeglopen.

Tip 5 Zet de kaarsen niet in het directe zonlicht. Of de kaarsen nu buiten of binnen staan maakt niet veel uit.

In de zomer is dit natuurlijk het ergste. Je ziet de kaars helemaal in elkaar zakken, zelfs als deze niet is aangestoken. Gewoon de kaarsen pas buiten op tafel plaatsen of in huis voor het venster als de zon weg is.

Ook erg belangrijk is dat wanneer je een nieuwe kaars gekocht hebt, zorgt dat deze minimaal een uur brand voordat je hem weer uitmaakt. Doe je het namelijk sneller dan heb je kans op uitholling van de kaars en het onnodig verkolen van de lont.

Tip 6 Maak de kaars niet uit voordat de gehele bovenzijde vloeibaar is en voorkom zo tunnelvorming en uitholling.

Wat nu als er toch uitholling of tunneling (de wanden van de kaars branden niet mee op) heeft plaatsgevonden?

Tip 7 Snij overtollig kaarsvet weg. Hierdoor krijgt de vlam weer meer zuurstof, voorkom je dat er een bad van was ontstaat wat kan leeglopen en wordt je vlam tenminste ook weer zichtbaar.

Zeker bij de dikkere maat rustiek kaarsen moeten de staande randen worden weggesneden. Anders ontstaat er een kans op het "lotus effect" als je dit niet doet. De wanden van de kaars kunnen dan naar buiten openslaan net zoals een bloem opengaat. (lotusbloem)

Een andere belangrijke factor in het mooi branden van de kaars is de lont. Kaarsenlonten moeten namelijk naar de “kapper”. Een beetje afhankelijk van de kaars diameter mag de lont maximaal 2 cm lang zijn. Vaak is 1 cm al ruim voldoende om een nette, niet roetende of walmende vlam te krijgen.

Tip 8 Houdt de lont op lengte en knip deze met een schaar op maat.

Doe dit kort na het uitmaken van de kaars zodat de lont nog zacht is. Doe je het namelijk pas als de kaarslont geheel hard is geworden dan kan de lont breken waardoor deze ineens veel te kort geworden is en je de lont niet meer aangestoken krijgt.

Hou je bovenstaande kaarsen tips in de gaten dan moet het allemaal goedkomen en kan je pas echt gaan genieten van die mooie dansende kaarsen vlammetjes.

Nog wat kaarsen trucjes:

Kandelaarkaarsen Brandende kandelaarkaarsen

Blijf je last houden van leeglopende en druipende kaarsen dan kan je de kaars bijvoorbeeld eens een nacht in een zoutbad leggen. Haal de kaars er s ’ochtends uit en laat het uitzichzelf opdrogen. (Dus niet met een doek droogmaken) De kaars zal minder problemen vertonen als deze daarna wordt aangestoken.

Is de kaars toch leeggelopen en zit er kaarsvet op de vloer? Leg er een servet, keukenpapier of tissue op en gebruik de warmte van een föhn om de was in de tissue te laten lopen. Deze truc kan je ook toepassen als je kandelaar onder de kaarsen was zit.

 

Bekijk alle kaarsen en waxinelichtjes hier

Vele sfeervolle kaarsen avonden toegewenst van Kaarsenfakkels